E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBNHO:2016:11204
Rechtbank Noord-Holland, C/15/242451/KG ZA 16-310

Inhoudsindicatie:

Bakker verzorgt al ruim 25 jaar exclusief groentegewassen die eigendom zijn van Syngenta en die op het bedrijf van Bakker worden geplaatst voor de productie van hybride zaden. Het produceren hiervan gebeurt door het telen van tomaten, komkommers en paprika’s. Vanwege de constatering door Bakker dat tomatenplanten besmet waren met het Pepinomozaiëkvirus, heeft Syngenta de overeenkomst beëindigd. De voorzieningenrechter kwalificeert de overeenkomst als een duurovereenkomst, oordeelt dat de overeenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden, dat de opschorting van de verdere teelt van tomatenzaadplanten begrijpelijk is, maar de opstelling van Syngenta overigens niet passend. Met het oog op de belangen van Bakker diende zij alternatieven te faciliteren. Na heropening van het onderzoek, hebben partijen zich tijdens een vervolgzitting uitgelaten over toewijzing van een voorziening strekkende tot beperking van schade van Bakker, rekening houdend met Syngenta’s feitelijke (on)mogelijkheden om Bakker opdrachten voor teeltareaal te bieden. In het vervolgvonnis wordt overwogen dat bij Bakker kasruimte met een oppervlakte van 3600 m2 in 2016 en 2017 niet wordt benut, dat Syngenta heeft aangevoerd dat de gehele komkommerproductie voor 2017 al is ondergebracht bij derden, zodat zal worden gekozen voor beplanting van voormeld areaal met paprika, waarvan aannemelijk wordt geacht dat dit ook voor Syngenta een zinvolle bedrijfsuitoefening zal kunnen zijn. Volgt toewijzing van de gevorderde voorziening, in die zin dat Syngenta wordt veroordeeld tot nakoming van de duurovereenkomst door uiterlijk op 1 januari 2017 bij Bakker aan te vangen met de teelt van 3600 m2 paprika’s.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie